'Lainez' roman is een flonkerend panorama, dat het zestiende-eeuwse leven in Rome, Florence, Venetië en Bomarzo oproept met een schat aan details en met een doordringendheid die zeldzaam is en die ook het masker van die wereld weet af te trekken (...) Lainez heeft zich in deze historische roman een riante verbeelding toegestaan rond de figuur van Vicino, zonder overigens allerlei historische feiten te veronachtzamen. Breed en plastisch uitgewerkt zijn de scènes; de zintuigen, en dan vooral het oog, krijgen het volle pond.' Ton van Deel in Trouw van 29 november 1996.
'Een kunstenaarsbiografie, zoals die maar zelden wordt geschreven en die ondanks de weerbarstigheid van het onderwerp bij de lezer teweegbrengt wat de schrijver voor ogen moet hebben gestaan toen hij in 1959 aan dit boek begon: dat hij één wordt met deze mismaakte, deze grillige hertog van Bomarzo ten tijde van de Renaissance, die zoveel onverdraaglijk schone kunstwerken heeft opgeleverd.' Willem Kuipers in de Volkskrant van 27 december 1996.
'Bomarzo is een historische roman die de officiële geschiedschrijving ondermijnt. Wie dit boek heeft gelezen, zal nooit nog van de twijfel loskomen: is de aristocratische jonge geleerde echt de getraumatiseerde hertog? Wat Mujica Lainez beschrijft, kon echt zijn gebeurd. Misschien benadert Mujica Lainez de waarheid wel meer, omdat hij de mens achter het fresco tracht te onthullen. Dat doet hij met een verbluffend beeldend vermogen. De eindeloze mijmeringen van de hertog over zijn lichamelijke gebrek gaan nooit vervelen, omdat Mujica er altijd nieuwe aspecten van verwoordt.'
'Bomarzo heeft de vertaling gekregen waar deze roman recht op had. Dit boek laat tal van dubieuze debuten en van cd-rom voorziene bestsellers ver achter zich. Zou het toeval zijn dat dit meesterwerk, zo kort na de vertaling van dat andere meesterwerk, Al het groen zal vergaan van Eduardo Mallea, wéér uit Argentinië komt?' Guy Posson in de Standaard der Letteren van 20 februari 1997
'Lainez bezocht het park in 1958 en als er iemand is geweest die totaal door het beeldenpark werd gegrepen, was hij het. Hij beeldde zich in dat hij in een vorig leven heer van Bomarzo was geweest en zelf het park had laten aanleggen. 'Ik ben Bomarzo,' schijnt hij uitgeroepen te hebben en het park is daar het bewijs van. Er zijn mij maar weinig boeken bekend waarvan de auteur zich zo obsessioneel vereenzelvigt met zijn hoofdpersoon als deze roman. Lainez gaat de grenzen van het autobiografische en historische ruimschoots over. Als reïncarnatie van Vicino Orsini (Lainez had wel de juiste schepper voor ogen) doet hij kond van alle frustraties en zielepijn die tot het park leidden.
In zijn obsessies gaat Lainez zo ver dat ook literair gezien, buiten de link met het beeldenpark om, hier sprake is van een 'historische' roman. En ook voor Lainez Bomarzo geldt: lezen is er naar toe willen. Dat wordt van 't jaar weer Italië.' Theo Hakkert in verschillende bladen van de Gemeenschappelijke Persdienst.
'Bomarzo is zonder meer een monumentaal werk, dat een bijzonder indringend fresco ophangt van het Italië uit de 16de eeuw, met zijn broeierige seksualiteit, zijn overdaad van onwaarschijnlijke intriges en de ziekelijke naijver tussen adellijke clans. De auteur heeft de gaten in zijn informatie rijkelijk opgevuld met spinsels uit de eigen fantasie, maar er blijft nog voldoende vaststaand feitenmateriaal over om te kunnen gewagen van een indringend tijdsbeeld. Bovenal heeft hij op buitengewoon vaardige wijze het aanzijn gegeven aan een doortrapt pathologisch type, zoals men zich dat enkel in een perverse imaginatie vermag voor te stellen.' Hugo van Hoecke in Leesidee van februari 1997. Hieronder volgt de gehele recensie.
Dicht in de buurt van Viterbo, zo'n 80 kilometer benoorden Rome, in het plaatsje Bomarzo, ligt midden in de natuur een bizarre beeldentuin, een 'creatie' van hertog Pierfrancesco Orsini, heer van Bomarzo, over wie tot voor kort niet zo bijster veel geweten was. Tijdens de tweede helft van de 16de eeuw liet deze bizarre hertog een beeldhouwer op zijn aanwijzingen in de rotspartijen een aantal mythologische en andere voorstellingen uithouwen: maskers, sfinxen, giganten en meer soortgelijke extravaganties. Daarnaast verrezen in de tuin ook enkele vreemde bouwwerken: een tempeltje, nimfengrotten en een opzettelijk scheefgebouwd huis. De beklemming die van dit complex uitgaat, is zonder meer fascinerend en zo voelde ook de Argentijnse auteur Manuel Mujica Lainez dat aan, toen hij in 1958 een kort bezoek bracht aan de plaats. Hij vatte er meteen het plan op om een ambitieuze roman te schrijven, die gewijd zou zijn aan het turbulente leven van de gecomplexeerde hertog.
Over Bomarzo was in de jaren '60 weinig geweten; "door ideeën met elkaar te verbinden en te vergelijken" kwam Mujica Lainez tot een eigen interpretatie van het park, en dus van de figuur van hertog Orsini. Het relaas van 'Vicino' Orsini's levensloop is dus een ingenieuze mengeling van fictie en realiteit. Het realiteitskader wordt gevormd door een ontzaglijke hoeveelheid historisch materiaal omtrent de relaties tussen de families Orsini, Colonna, Farnese, enz., hun streven naar macht en naar het pausschap, hun intriges en onderlinge oorlogen. De hardnekkige mythe als zou in de Renaissance de mens de maat zijn geweest van alle dingen, wordt hier genadeloos doorgeprikt: het was een tijd van familievetes, gruwzame revanches en de berekende. Pierfrancesco 'Vicino' Orsini is een kind van zijn tijd: geslepen, machtsbelust, overtuigd van de superioriteit van de Orsini-familie, strevend naar suprematie. Met de invulling van Vicino's karakter en concrete handelen treed je ondubbelzinnig binnen in het domein van de fictie. Orsini wordt voorgesteld als een zelfingenomen, hogelijk gefrustreerde zonderling met een familiaal geconditioneerd meerderwaardigheidsgevoel, zwelgend in de pracht en praal eigen aan de tijd. Tegelijk heeft hij een inferioriteitscomplex door zijn bochel, die hem belet om de glorieuze rol te spelen die, in zijn eigen ogen althans, voor hem weggelegd is in de context van zijn tijd. Zijn excessen doen hem uiteindelijk verzeilen in oneindige wanhoop en verlatenheid. Zoals zovelen vóór hem en helemaal in de stijl van de tijd, komt hij door vergif aan zijn einde. Op dat moment neemt de auteur het levensverhaal van Vicino Orsini over en eist hij het voor zich op; Mujica Lainez, in een vreemde vorm van vereenzelviging die sporadisch ook in de loop van het verhaal aan bod komt, geeft hem door de adembenemende magie van het geschreven woord zijn leven en dood terug, en realiseert aldus toch enigszins zijn onsterfelijkheid. Auteur en protagonist worden zodoende op merkwaardige wijze één. Hugo van Hoecke in Leesidee, Vlaams Bibliografisch Tijdschrift, maart 1997
Recensie op bol.com: 'Een van de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb! Het meest boeiende boek over Bomarzo. Waarom dit park zo gebouwd is; welke betekenis de bouwwerken hebben, uit de Griekse mythologie tot uit de tijd dat het gebouwd is. Het beschrijft ook de belevenissen van een kleine jongen uit een aristocratische Italiaanse familie; zijn angsten en verlangens omdat hij anders is. Het mysterie en onbegrepen zaken zijn alom tegenwoordig. Prachtig tijdsbeeld! De schrijver is een verteller à la Gabriel García Márquez. Is er niet meer werk vertaald van Manuel Mujica Lainez? Als je een boek van hem gelezen hebt wil je ze allemaal lezen!'
|
|