In 1967 vloog schrijver Bert Schierbeek naar New York om schilder Willem de Kooning te portretteren. Ze praatten enkele dagen en nachten, waarna Schierbeek een uitvoerig verslag in het Engels schreef. Fragmenten hieruit werden gepubliceerd in de catalogus bij de eerste retrospectieve van De Kooning in het Stedelijk in 1968. Door allerlei verwikkelingen en onenigheden werd de volledige tekst echter nooit gepubliceerd. Het typoscript verdween in een bureaula en was vervolgens zelfs decennialang onvindbaar. Maar kortgeleden kwam het verloren gewaande mapje plotseling weer boven water. En hoewel Schierbeeks portret inmiddels geen actualiteitswaarde meer heeft, is het een bijzonder persoonlijk document dat alsnog uitgave verdient.
In deze editie is ervoor gekozen naast de oorspronkelijke Engelstalige tekst ook een vertaling in het Nederlands op te nemen, verzorgd door Jean Schalekamp. De Nederlandstalige inleiding -door Karin Evers en Guido Walraven- werd bovendien in het Engels vertaald, zodat er twee boekjes in één zijn ontstaan.
Vier werken van Willem de Kooning die in het boekje aan de orde komen zijn in kleur afgebeeld.
|